Dag 1 en 2, de harde feiten ;-)

Dag 1 en 2, de harde feiten 😉

Zondagochtend, 4:30 uur, 2 wekkers starten tegelijkertijd tegen elkaar in te ‘bleren’.  Zou het begin van een boek kunnen zijn, nietwaar. In dit geval dus hooguit het begin van deze blog. De ene wekker met Hilversum/Radio/NPO 3 en de ander met Maria Mena.
Gauw eruit, wekkers uit en onder de douche. De laatste spulletjes in een krat verzamelen, electriciteit van de caravan loskoppelen, dissel wegen (65 kg, ietsie teveel), caravan spiegels op de auto monteren, planten water geven, kijken wat ik nu weer vergeten ben ( kon niets vinden) en de caravan aankoppelen.
Iets over half zes kon ik wegrijden, kwart voor 6 reed ik de A2 op.
De route is al vrij bekend, opnieuw, zie de vakantie naar Corsica, naar Livorno. Dit keer net voor Livorno een overnachting op een camping. De boot naar Sardinië vertrek morgen, maandag 1 September, om 8 uur, gaarne 90 minuten vantevoren aanwezig zijn.

De rode lijn is inderdaad korter, via Verviers, Bitburg, Saarbrucken en dan via frankrijk (A35) langs Colmar, Mulhouse naar Basel.
Het was grauw weer, regelmatig regen, toch schoot het lekker op. 12 uur bij Basel en tegen 3 uur door de Gotthardtunnel heen. Wel even een half uurtje voor de Gotthardtunnel moeten kruipen, maar dat hoort er helaas bij.
Tegen 5en langs Milaan, daar 2 behoorlijke file’s gezien op de andere kant, verkeer van Venetië richting Milaan, en om 7 uur de bergen tussen Parma en La Spezia (italiaanse kust) over. In Italië was het gelukkig zonnig, dit laatste stukje, over de bergen, luidde de nacht in. Mooie zonsondergang vergezichten.
Om iets over half 9 reed ik de Camping, Lago le Tamerici, op. Het laatste stukje, de snelweg af, vlak voor Pisa, tot de camping was een beproeving. Vermoedelijk ooit al aangelegd door de Romeinen, en daarna nooit meer onderhouden. Alles wat nog op z’n plek lag, in de caravan, tot hier, verwisselde alsnog van plaats.
Kniesoor etc…. Ik was er, caravan startklaar gezet voor de volgende morgen, douchje etc en om 10 uur lag ik plat, zo ongeveer direct onder de aanvliegroute van het vliegveld van Pisa. Maar daar heb ik die nacht niets meer van gemerkt.

 

Alweer veel te vroeg werd ik wakker, het regende en flitste behoorlijk. Net na 5en rende ik met een paraplu, om de handdoek droog te houden, naar het douchegebouw. Tegen 6en reed ik weg. Over natte wegen reed ik binnendoor, zo’n 15 km, naar de ferryhaven van Livorno.
Daar was het druk, en ‘georganiseerde’ chaos. Meerdere ferry’s waren aangekomen. Er was dus een stroom van vertrekkende auto’s etc. Maar er stonden ook meerdere ferry’s klaar om te laden en dan te vertrekken. Even goed opletten dus, anders zit je op de verkeerde boot naar het verkeerde eiland.
Wat dat betreft was ik blij dat ik hier al eerder was geweest en redelijk in de gaten had waar op te letten. Dit keer dus met Moby Lines naar Olbia. Aangekomen bij het juiste opstelterrein kreeg ik al vrij snel, op vertoon van de email met streepjescode, de coderingssticker op m’n voorruit. De Polo met de Feeling was nu lading.
Dat het goed geregend had was goed te zien, veel grote plassen op het haventerrein, en vette wolken in de lucht.

 Na een korte wachperiode was onze rij ook aan de buurt om het schip op te rijden.Het werd druk aan boord, blijkbaar gaan er nog een hoop mensen naar Sardinië.
Iets voor 8en was iedereen blijkbaar aan boord en dus vertrokken we. Ook in de verblijfsruimten leek het wel een mierennest.
Al vrij snel waren allen zitplaatsen ingenomen. Soms gingen mensen gewoon op de stoelen en banken liggen. Ook de gangen en de trappenhuizen werden gebruikt om nog even verder te slapen. Zelf had ik een 2-persoons tafeltje met één stoel gevonden. Hier kon ik steeds terugkeren, als ik even bovendeks ofzo was geweest, de meeste mensen waren in gezelschap. Zo heeft ook een ‘nadeel’ soms zijn voordeel.

6 en een half uur op de boot, wat doe je dan??? Eten, krentenbollen met boter, drinken, bookreader lezen, rondhobbelen, wat foto’s maken, wegsoezen, nog weer even bovendeks rondhobbelen…. We zien Elba langskomen, Monto Cristo, Corsica… en dan eindelijk Sardinië.
Ook hier wegen de laatste loodjes het zwaarst. Maar dan eindelijk zijn we er.
Gekkenwerk in de trappenhuizen, om weer bij je auto te komen, en dan licht, de laaddeuren gaan open, opnieuw een mierennest van auto’s die allemaal de ferry en het haventerrein proberen te verlaten.
Tomtom weet niet dat er aan de aansluiting van de snelweg naar het zuiden wordt gewerkt. Dus vloek vloek vloek, extra rondje door het centrum van Olbia, en dan…. de snelweg. Waar al die mensen naar toe gaan weet ik niet, maar in iedergeval nauwelijks naar het zuiden.
Een redelijke snelweg, 4-baans, 80 km, maar dat is moeilijk vol te houden, als iedereen harder rijdt. Wel wat camera’s langs de weg, maar hopen dat het meevalt.
Vlak voor Santa Lucia wordt toch tijd om weer eens te gaan tanken,  iets wat je in Italië niet graag doet. € 1,72 per liter, tegen € 1,26 in frankrijk.

Tegen 4en rij ik camping Selema, bij Santa Lucia, op. Deze camping ligt vlakbij de zee, altijd hoorbaar. Bevindt zich in een dennenbos. Beetje chaotisch qua plaatsen. Niet echt gemarkeerde plaatsen. Het bos houdt het wel een  beetje koeler. De zee is ruig, flinke wind en flinke golven. Toch veel zwemmers.
Later rijd ik op de fiets, 500 meter, naar het dorpje. Apart, tussen de 100 en 200 huizen, kleurrijk en oud. Weinig winkels. Alimentari (buurtkruidenier), Tabacchi, toeristenwinkel en zo’n 20 restaurants, Pasta en Pizza’s.
Aan één kant de zee, met een gerestaureerde Genuese toren als trots, en aan de andere kant ingesloten door het bos. 
Geen doorgaande weg, beetje einde van de wereld gevoel.

 

 

Plaats een reactie