Dag 10, Cinque Terre
Redelijk op tijd was ik wakker. De bakker is hier al vanaf 7 uur open.
Dat redde ik niet 😉 Maar rond half 8 stond ik gewassen en geschoren m’n brood te kopen. Helaas geen Integrali.
Of het nu te vroeg was, of dat ze dat zondag niet bakken…. Wordt toch nog eens tijd voor een taalcursus.
Het was nog steeds grijs en enigszins dreigend. Gelukkig bleef het bij dreigend. Ik was van plan om in de middag naar Vernazza t e gaan, en gezien de weersverwachting wandelen uit te stellen tot morgen. Gelukkig was daar nog het vaatje van gister. Je zou toch niets te doen hebben.
Na het vaatje maakte ik nog enkele foto’s op de camping, waaronder de T-splitsing bij de ingang van de camping.
Ik sta op het rechterdeel van de T, de mensen staan bij het camping kantoortje, de linkerkant van de T.
Links, door de poort heen is de weg waarover je aan komt rijden. De meeste mensen maken dan een U-bocht om bij het kantoortje uit te komen. Zie dan maar weg te komen als er geen plek is, of je plekje is achter mijn positie tijdens het maken van de foto.
Er was ook nog tijd om even naar het strand te gaan. De zee had duidelijk rust t.o.v. gister. Geen surfgolven, een kalme zwem en zandkastelen zee vandaag.
Eigenlijk elke keer dat ik in Levanto kom verzamel ik wat stenen langs het strand. Grijze met witte krassen, die als ze langs het strand liggen en dus nat zijn zwart-wit eruitzien. En enkele gekleurde, roze-rood en heel soms een groene.

De kleuren vallen hier wat weg. Die met egale strepen zijn de grijs(zwart) witten, de andere, gespikkeld zijn rood-roze met wit.
Na de lunch werd het tijd om de fiets te pakken en bij het station de trein te nemen. Vernazza is zo’n 2,5 uur wandelen, heuvel op, heuvel af. Maar met de trein is het een kwartiertje. Vernazza is één van de (5) Cinque Terre. Deze kustdorpjes staan al een tijd op de Unesco lijst van beschermde landschappen. De dorpjes en de terrassen boven de dorpjes zijn al sinds 1100-1200 in gebruik. Er worden nu nog steeds produkten als olijven, druiven en citroenen verbouwt. De vroegere ezelspaden worden tegenwoordig gebruikt voor de wandelaars. De paden lopen van zee tot ruim 700 meter omhoog, en deels, op verschillende hoogtes, evenwijdig aan de kust.
Vernazza heeft min of meer één lange straat, vanaf het station, naar de zee. Er is een piepklein strandje en daarbij een haventje voor de lokale vissers. Langs de straat zijn het vooral souvenirs winkels, met o.a. lokale produkten, en horeca/B&B’s etc.
Na de foto’s gemaakt te hebben keek ik op het spoorboekje wanneer de trein weer terug ging. Dat was al vrij snel. Omdat het best nog wel vroeg was besloot ik ook nog even naar Monterosso te gaan. Monterosso is ook één van de Cinque Terre’s. Monterosse is de grootste van de 5 en is een relatief normaal kustplaatsje. Lijkt ook minder op de andere 4. Hier kun je ook met een auto komen, Monterosso heeft 2 relatief grote stranden, en naast de winkels en de horeca is dat dan ook de grootste trekpleister. Zo fotogeniek als de ander Terre’s zijn is Monterosso niet. Uiteraard lopen ook hiervanuit diverse wandelpaden. De terrassen boven Monterosso zijn wat dat betreft niet anders dan de andere Cinque Terre terrassen.
Ook in Monterosso wordt op zondag genoten van het strand en de rustige zee.
Nadat ook hier de foto’s er op stonden nam ik de trein terug naar Levanto en fietste van het station terug naar de camping.
In de avond at ik een pizza van het restaurant op de camping. Verzamelde nog een aantal stenen op het strand, waaronder een groene, en genoot ik voor het eerst van het schrijven van deze blog buiten de caravan. Met op de achtergrond het rustieke gekwaak van de kikkers in het beekje dar de camping doorkruist.
Blah, kwaak, blah, kwaaaaaaaak.








