Lido Orri en Costa Rei, beide namen van de stranden bij de campings. Lido Orri bij Cigno Bianco en Costa Rei bij Le Dune. Veel verschillen de stranden niet Beiden gewoon echt mooi, wit zand, Lido Orri minder druk, Costa Rei drukker en meer diversiteit langs het strand.
Bij Lido Orri (Camping Cigno Bianco) verloopt het water wat minder snel naar dieper. Je moet een heel eind de zee in om een nat kruis te krijgen (van het zeewater). Bij Costa Rei gaat dat wat sneller, maar bij beide stranden is het water helder.
Op een redelijke tijd werd ik vanmorgen wakker. Plan was om m’n wandeluurtje te doen en daarna de caravan reis klaar maken. Tussendoor wilde ik nog even naar de wereldberoemde rode rotsen van Arbatax. Je zou vergeten deze even in het echt te zien…. Wat een afknapper, maar ik heb ze gevonden.
Letterlijk om de hoek van de ferryhaven Een hoop parkeerruimte, ook voor campers. Maar dit is het, of iedereen heeft al een stukje mee naar huis genomen.
Terwijl ik er toch langs kwam nam ik in Tortoli nog een lekker bruin brood mee. Kon het ‘oude’ brood weggegooid worden.
Op de camping ruimde ik de laatste spullen op, rekende af. Geweldig, de camping mag je met je creditcard afrekenen, maar hetgeen je verbruikt hebt via de card van de camping moet cash betaald worden. Gelukkig had ik dat, je zou maar op zoek moeten naar een pinautomaat, 5 km verderop.
Hierna was het nog eeeeevvvven wachten op het loskoppelen van de stroomkabel, en toen kon ik op weg naar het zuiden. Ik wilde graag naar camping Ferrato aan de Costa Rei. Buiten de camping waar ik vorig jaar verbleef is deze camping het dichts bij Cagliari (de hoofdstad van Sardinië). Dan nog altijd minstens s50 km. Deze camping heeft het afgelopen jaar uitgebreid in het ACSI magazine gestaan. Een relatief kleine camping, de tweede ooit op Sardinië. En na een uur rijden staat er dus een bord ‘complet’ bij de camping ingang…. Jeetje, wordt wel erg druk hier.
Ik krijg het advies om bij Le Dune, aan de andere kant van de Costa Rei te gaan kijken. Gelukkig, daar is nog wel plaats. Door wat ge-googel met m’n campingcard krijg ik een flinke plaats voor 16 euro per nacht. Voor ik m’n campingcard kaart liet zien praatte we nog over 30 euro per nacht.
Na het plaatsen van de caravan was het tijd voor de lunch, gevolgd door een siësta. Het zweet gutste er aan alle kanten uit, ondanks dat de plek divers bomen had en daardoor ook wat schaduw had.
Na een tijdje werd het wel eens tijd om de zee hier te proberen. Gewapend met een snorkel werd de zee genomen. Heerlijk, net als bij de vorige camping. Niet te fris, heerlijk en een verkoelend windje aan zee en bij de caravan.![]()
Na het zeewaterfestijn. Zout in het water maakt je neus inderdaad heel snel ‘schoon’. Was het tijd om weer echt geld ergens uit de muur te zien te krijgen. Gelukkig lukte dat hetgeen ik beloonde met een koud biertje bij het terras van de camping. Ja hoor, doe maar een grootte. Oeps 66cl, dat wordt doordrinken.
Het ‘plan’ was omelet met brood te nemen. Maar na het ‘biertje’ werd de verleiding om nog even niet zelf te koken groot. Dus iets na 7 uur schoof ik aan in het restaurant. Na een carpaccio met o.a. sardeense vleeswaren en pecorino (geitenkaas), bestelde ik sardeense pasta met tomatensaus en opnieuw pecorino. Met… de teller loopt op, een rood wijntje. De pecorino bij de capaccio was wat dik, net als de vleeswaren. De sardeense pasta was prima. Plaatje volgt nog.
Afsluitend een cappuccino, de Sebadas liet ik voor een volgende keer. Het voorafje en de pasta vulde meer dan genoeg.![]()
De komende dagen hoop ik in ieder geval wat tijd door te brengen in Cagliari. Dat ging vorig jaar, door een gebroken middenvoetsbeentje van de rechter teen, helemaal mis. Misschoen ga ik nog langs die camping, Kijken wat er met die boomwortel gebeurd is.