Zo, er lijkt een ritme in te komen. Half 7 wakker, om 8 uur bij de bakker voor het ‘vaste recept’. Ontbijten, en net voor 9 uur rijden we de camping af om naar Capo Testa te gaan. Capo Testa is min of meer het noordelijkste punt van Sardinië. En er bevinden zich aparte rotsformaties die door de eeuwen heen door erosie in de meest fantastische vormen zijn veranderd. Voor mijn gevoel, een foto waard op een nog uit te brengen LP van Pink Floyd.
Ach ja, jeugd sentiment. Het is zondag, en dat is de dag dat de sardeen met familie en al naar de stranden gaat. Bij Capo Testa zijn ook enkele ‘beroemde’ stranden. Een extra reden om op tijd te gaan, niet betaald parkeren is beperkt, ook de zon zal in de loop van de dag meer van zich laten spreken. Op Capo Testa, een schiereiland, is met name het deel met de ‘vervormde’ rotsen natuurlijk populair. Het lukt ons een plekje achter een witte streep te vinden, met de neus gericht op de terugweg. Nadat een aantal politieagenten op scooter arriveerden, werden de plekken achter de blauwe strepen ook snel opgevuld, blauw van betalen. De eerste boetes werden uitgedeeld aan auto’s die deels over de witte streep op de weg zelf nog stonden.
Met C liep ik een dik uur door de rare rotsen heen. Ik liep nog naar een top, die C links/rechts liet liggen. Achter de rotsen lag de zee-engte tussen Sardinië en Corsica. Door
het heldere weer was Corsica goed te zien. Naast salamanders werden we ook verrast door een flinke schildpad.
Nadat we genoeg hadden gezien hadden, bekeken we hoe we op één van de mooiste strandjes van Sardinië konden komen. Cala Spinosa. We vonden een smal ‘pad’ naar beneden. Terwijl C een plekje ging claimen bracht ik wat spullen naar de auto en haalde de tas met badlakens en zwemspullen. Helaas geen maskers bij ons.
C had een prima plekje gevonden, na ons bleef het maar doorstromen met nieuwe mensen die ook een plekje zochten. Achter wat rotsen verkleden we ons enigszins gegeneerd. Ach ja. C maakte haar kilometers weer, ik ging er ook 2 keer even in om te zwemmen. Was de zon nog enigszins afwezig toen we over de Capo wandelde, tijdens ons strandvertier kwam die steeds meer tevoorschijn. Zonnebrandolie was meer dan welkom.
Met een broodje en meegenomen drinken vermaakten we ons prima op dit vrije strand. en het werd steeds drukker, maar we hadden een prima plekje. Zo tegen half 2 vertrokken we terug naar de camping. Onderweg nog nieuwe strandschoenen gekocht voor mezelf, de oude werden wat klein, leef blijkkaar op een grotere voet.
Op de camping vermaakten we ons nog een tijdje met de bookreaders. Zo tegen 4 uur vertrokken we om opnieuw te gaan zwemmen, nu naar het 2de, kleinere strand ,vlakbij de camping, Pultiddolu. Met de kaart op de foon vonden we dit keer wel de juiste route, Een charmant strand, schat toch een baai van zo’n km lang. 10 mensen, dus een ‘zee’ van ruimte. Wel wat meer van dat gedroogde zeegrasprut, maar dat was de eerste meter het water in. Dit keer had ik in iedergeval m’n masker bij me. En, aan de zijkant, langs de rotsen, best wel veel verschillende vissen gezien, Geen tropische kleuren, zoals C blijkbaar verwacht. Maar diverse zwart/’witte’ van verschillende maten.
Zo tegen half 6 vertrokken we weer naar de caravan, wijntje, nootje en relaxen. Vanavond gaan we wat eten in het restaurant van de camping.
Morgen 300 km rijden naar de zuidkant van Sardinië, Sant Margaritha, vlakbij Pula. Een andere camping dan Torre Ghia, die we eerst op het oog hadden.