Voor ons al weer gister. Maar dat geeft niet. C haalde broodjes bij de ‘market’ hier op de camping. Het werd een beetje een luier morgen. C met haar bookreader en Wordfeud. Ik ben even naar de stad gereden, we hadden nog steeds de chemicaliën voor het chemisch toilet niet kunnen kopen. De fles was thuis vergeten. Ik had gister een camping/boten spullen winkel gezien. En inderdaad die hadden de juiste spullen. Met een fles Aqua KEM fietste ik nog even door naar de oude stad om nog een paar winkels alvast te bekijken. De siesta varieert per winkel, en deze waren gistermiddag later pas open.
Na de lunch besloten we naar het zwembad van de camping te gaan. En dat is geen kleintje, veel ronde vormen, dus geen baantjes zwemmen. Diverse delen met verschillende dieptes. Ook erg voor kinderen ingesteld. Los van glijbanen, ook een water ‘tunnel’, waterpistolen, een grote emmer die automatisch gevuld werd met water, en die dan, zoals een emmer die bovenop een deur gezet word, in één keer omkieperde, en op al dat water zaten de kids te wachten. Meerdere bubbeldelen. Gelukkig ook een klein plekje waar met zeilen schaduw was gecreëerd. Daar brachten we een dik uur door.
Daarna weer lekker in het zonnetje lezen. Zo tegen 6 uur vertrokken we op de fiets naar de oude stad. Nog even lekker winkelen, een paar foto’s voor Y maken. Langs de promenade, op de oude stadsmuur, kijken wat er bij de restaurants op het menu staat. De restaurants op de oude muur, zijn van behoorlijke klasse, veelal pasta’s met vis, visgerechten en een enkel vleesgerecht. Pizza’s worden overgelaten aan de restaurants verderop in de oude stad.
De zon begon al aardig te dalen, vanaf de restaurants op de oude stadsmuur kijk je mooi uit op de ondergaande zon en op Capo Caccia, de kaap/rots vlakbij de grotten van Neptunus.
Het werd al snel duidelijk dat C voor vis gaat, en het liefst tonijn. Dus, we hadden de keuze uit 3 restaurants. Daar ik ook nog wat wilde eten, bepaalde de vleesgerechten welke van de 3 het werd. Over de promenade/oude stadsmuur, lopen de mensen heen en weer, op zoek naar het juiste restaurant, om van het uitzicht te genieten en om te zien en gezien worden. Een levendig gebeuren. We bestelden onze gerechten en kozen er een fles rosé van Alghero bij. Uiteraard kregen we er brood bij en van die dunne ‘deegvellen’, die lijken een beetje op wat je in de katholieke kerk ook wel krijgt, maar dan nog dunner. De rosé kwam in een koeler met ijs, dus die bleef lekker koel.
Het eten kwam, we hadden er gebakken aardappels met rozemarijn bij. De tonijn smaakte prima, licht aangebraden, midden bijna rauw, met “sweet and sour tomato sauce”, “roasted aubergines and rucola salad”. En voor mij mooie stukjes biefstuk met kruiden, champignons, gebakken prei en een ingekookte saus van een sardeense druif (cannonnau). Jammie.
Na het hoofdgerecht nam ik een cappuccino en bestelde ik voor beiden Seedoes, een sardeens toetje. Een soort kaassouffle met sardijnse pecorini, gebakken in olie (beetje als met oud en nieuw) en overgoten met honing. Jammie in het kwadraat.
Het was ergens tussen half 10 en tien toen we afrekenden en de oude stad nog inliepen, waar het nog erg druk was, uiteraard alle terrassen van restaurants en café nog vol, maar ook bijna alle winkels waren nog open. Ik kon nog een t-shirt scoren, en kreeg er ook nog één van C. Langzaam liepen we (met 1 fles rosé op) richting onze fietsen, Langs nog een aantal verkopers, hoeden en petten en dames…, nee de laatste niet, ballonnen met lampjes, zonnebrillen, all made in China. Over het fietspad langs de permanente kermis die Alghero tegenwoordig heeft, naar de camping.
Bij de camping haalde C nog even de handdoeken van de lijn, Er is regen en onweer voorspeld voor zondag. Je weet maar nooit, de luifel had ik in de middag ook maar vast opgezet. Dat blijkt uiteindelijk een goede zet te worden.