Rond 7 uur werden we wakker. Rond 8 uur ontbijten. Zo rond 9 uur wilden we vertrekken. Gister hadden we ook al problemen om de afsluitboom van de Camperplaats open te krijgen. Toen hielp het het nummer van de VVV te bellen. Nu dus bij het verlaten van de Camperplaats. Vandaag belde ik uiteindelijk het stadhuis. Gelukkig konden die de boom op afstand openen.
Via een weg, niet voor vrachtwagens, met veel haarspeldbochten. Bij 2 moest ik aardig steken om de bocht te kunnen nemen. Reden we naar Treia. Kleine 15 km. Net voor Treia was de toegang naar de hoofdweg iets te steil, waardoor ik het niet trok in z’n 1 met koppeling loslaten en handrem. Iets terug laten zakken, nog een poging. Ook stond volgens mij het anti-doorslag systeem aan. Dan kun je niet met slippende banden, op natte of ijzige, ondergrond optrekken. Bij droge ondergrond slaat de motor af etc etc.
Tweede poging, aanloop, ging wel goed. Moest naar rechts, dus ook rekening houden met verkeer van links.
Treia zag er zeker mooi uit van ver. Vanaf een parkeerplaats konden we met een lift naar het hoger gelegen stadje.


Ondanks de tijd oogde dit dorpje ook rustig. Iets meer gerestaureerd dan Cingoli.





Ook was er tijd voor een koffietje met puddingbroodje.

De foto die ik zelf niet kon maken. Het gebouw van het raam werd net gerestaureerd.

Na Treia reden we naar Martinsicuro. Naar een camping aan zee, niet naast een spoorbaan. Via de CampingCard app had ik een mailtje gestuurd. Om zeker te weten dat er plaats is. De camping was nog 100 km rijden van Treia.
Onderweg kwamen we zomaar een moderne kerk tegen. Niet uit de 12de of 13 de eeuw. Apart.

Spontaan kwamen we langs een camperwinkel, ook nog Chausson dealer (‘ons’ merk). En nu hebben we weer een trapje voor bij de camperdeur.
Even spontaan kon ik nog op tijd remmen bij een Lidl, zodat we weer wat spulletjes op de plank hebben.
Net na 2 uur kwamen we aan bij de camping. De receptie was gesloten, tot 4 uur. Maar we konden al een plekje uitzoeken.
Lunchen. Daarna even naar zee gelopen. 4 uur ingeschreven en toen een klein uurtje naar zee geweest. De ‘bodem’ van de zee loopt langzaam af, dus je moet bijna op je knieën zwemmen of ‘ver’ het water in. Maar gezwommen hebben we. Ook wat gezont. Maar op tijd er weer uit.
Tijd voor een drankje bij de camper, daarna, al weer na 6 uur, kookte ik pasta met het restant van de saus van gister. Dat ging er prima in.
Na het vaatje liepen we nog een uurtje langs het strand. Door de heuvels in het ‘midden’ van de laars, gaat de zon hier wat eerder onder (achter de heuvels dus).

