Bammmm, met een knal werden we om ongeveer 7 uur gewekt, en meerder knallen. Onweer, en regen, en niet zo’n beetje ook. Gelukkig is de caravan er op berekend, hadden we de meeste handdoeken gisteravond al in de auto gelegd, de stoelen werden iets nat. Maar daar valt mee te leven. De directe naaste buren, auto met tentje en al hun handdoeken aan een lijntje, hadden minder geluk. Een hollands koppel aan de andere kant van het pad, zagen hun tent omringt met water, toen ze deze openden. Ja, als het valt, dan valt het met bakken.

We hadden nog één bruin bolletje, tezamen met rijstewafels genoeg voor het ontbijt. We hoefden er nog even niet uit. Toen we er wel uit konden, de regen was (even) gestopt, was er een spurt om te douchen en de spullen buiten nog wat verder te redden.
De gewone zaken konden ook weer gaan beginnen, bakkie koffie, bookreader lezen, natte kont van de stoelen… Zo tegen 12en bedacht ik dat het tijd was, en slim was om nog boodschappen te gaan doen bij de Conad, de winkel op de camping heeft wel e.e.a. maar is best duur. Dus op de fiets naar de Conad, hé A, wat zijn dat voor donkere wolken daar, ac h, die gaan misschien de andere kant op, Jaja. De plassen ontwijkend, en de auto’s ontwijkend die door de plassen reden, en waar je dus weer zeiknat van werd… Bij de Conad groenten en kip gehaald voor Knorr Singapore Mie, ice-tea, lunch brood, etc. etc. Afrekenen, oei, ik geloof dat het buiten weer flink regent, Gelukkig ruimte om droog te wachten. Bijna een half uur, voor het weer enigszins droog leek. Gauw op de fiets terug naar de camping. Blijkt het daar nauwelijks geregend te hebben… Dus was het nu echt slim. Ja C, je hebt gelijk…
Voorlopig blijf de zon wat afwezig, dus, lunchen en lekker lezen, nog wat Yahtzee spelen. Het bleef in ieder geval voorlopig redelijk, geen volle zon, maar ook niet compleet bewolkt. Zo tegen 4-en besluiten we naar een strandje (Cala Dragunara) te gaan, zo’n 17 km, richting Capo Caccia, waarover ik in het boekje met alle stranden van Sardinië gelezen heb.


Een klein strandje met een aanlegsteiger voor een bootdienst die enkele keren per dag toeristen ophaalt om deze naar de Neptunus grotten te brengen. Volgens het boekje een heerlijk klein strandje met goede snorkel mogelijkheden, en genoeg vis te zien.
Dus met de auto er naar toe, gratis parkeren, maar als er geen parkeerruimte meer is, kun je aannemen dat het strandje vol is. Er is nog ruimte, zowel om te parkeren als op het strandje, inderdaad ielig, zo’n 30 meter breed, een aanlegsteiger, en aan beide kanten lijnen om ruimte te houden voor de boten, aan de ene kant en zwemmers aan de andere kant.

C heeft in eerste instantie niet zo veel zin om te zwemmen, zij blijft bij de spullen en gaat verder in haar boek op de bookreader. Ik ga te water, met masker, en volg de kustlijn. Best wel wat vis, wisselende soorten, van klein tot groot. Na heen en weer gezwommen te hebben aan de ene kant, ga ik ook voor de ander kant, wat sneller dieper, algauw een 10 meter (ik snorkel dus blijf boven) is, maar glashelder.
Aangestoken door mijn verhaal, besluit C er ook even in te gaan, met masker, en enthousiast komt ze terug. Was haar ook bevallen. De heuvels brachten al vrij snel schaduw op het strand, en omdat het vandaag nog niet echt warm is geweest, was het eigenlijk daardoor algauw fris. Dus tegen 6 uur reden we terug naar de camping. Borrel, en om 7 uur begonnen we aan de Knorr Mie, Die is net op, er is afgewassen, dus tijd voor de blog.