Dag 8, de grotten van Neptunus

Dag 8, De grotten van Neptunus.

Op de maat van het geruis, het zachte gekabbel, van de zee werden we wakker. Zondag…
We hadden onszelf een italiaans ontbijtje langs de boulevard van Alghero beloofd. Aansluitend zouden we een boottochtje naar de grotten van Neptunus maken.
Het boottochtje zou om 10:45 aanvangen, dus tijd zat. Rond half negen vertrokken we naar de boulevard. Één tent was ons speciaal opgevallen, veel jongeren dronken daar ‘s-avonds cocktails, goeie muziek, lichtshow en het werd goed schoongehouden . De cocktails waren er uiteraard, nog, niet, de muziek was nog steeds goed, maar hard en schoon was het er ook. Een typisch italiaans ontbijt is eigenlijk niet meer dan een zoete, creme, chocolade of jam, croissant oid met koffie.
Net als bij de fransen,  maar die slaan het zoete van het broodje vaker over. Verschil moet er wezen. Als extra namen we jus d’orange en twee zoete broodjes.


 De muziek werd, op verzoek van een paar buren, gelukkig iets zachter gezet.
Na het ontbijt vertrokken we richting de oude stad/haven, onderbroken door een sanitaire stop. Bij de haven aangekomen bleek dat ‘onze’ boot gecharterd was en op het punt stond te vertrekken, rond half 10. Dus dat werd hem niet voor vandaag. Er liggen zo’n 10 boten daar, allen met verschillende opties. Één maatschappij voer hetzelfde programma om 10 uur. Dus nadat we de fietsen gestald hadden konden we gelijk aan boord.


 Hier een foto met het hoekje van de diverse toeristen boten.

Precies om 10 uur vertrokken we, er was de mogelijkheid om onderdeks (overdekt) of bovendeks plaats te nemen. Er was een man of 50 aan boord. Vanwege de zon bleven we in eerste instantie onderdeks. De boot voer, met een flinke snelheid, langs de kust. Regelmatig kregen we commentaar in het italiaans, engels en duits over wat er te zien was.
Na een dik half uur pikten we nog een aantal passagiers op. De kaap om en aanvaren op de toegang tot de Neptunus grotten. Deze zijn in de 50-tiger jaar van de vorige eeuw pas ontdekt. De makkelijkste manier om hier te komen is per boot. Er is een trap, vanaf een parkeerterrein. Echter die trap, vrij steil, is 664 treden, eerst naar beneden, en terug…. weer omhoog.
Bij de grotten geland, mochten we nog een keer betalen voor de toegang van de grotten. We gingen met een grote groep, ganzenpas, de grot in. Grotendeels uitgelicht, voorzien van speakers en een gids met een draadloze microfoon, kregen we informatie in wel 4 talen op één toon. Gelukkig was de grot op zochzelf erg mooi, dat commentaar voegde niet veel toe.

 

Een klein uur werden we rondgeleid, imposant…
Bij terugkomst liepen de ganzen weer de boot op. Opnieuw vlak langs de kust, een aantal passagiers afzetten en retour Alghero.

In de middag verbleven we op de camping. Wilma op een strandstoel, ik hier en daar, waarbij ik ook nog gesnorkelt heb.
Voor het avondeten haalden we benodigdheden bij de Conad. Het werd salade met stokbrood en gebraden kippenpoten.
Na het eten wat afwassen, opruimen, waterhalen, fiets inleveren etc. Morgen vertrekken we naar het noorden, richting Palau. Naar welke camping is nog niet duidelijk. Er staan er 2 op het lijstje. De finale keuze word morgenochtend gemaakt. 

Dag 7, Bosa

Dag 7, Bosa

Vandaag staat op de planning om naar Bosa te gaan. Een kleiner plaatsje, op een uur rijden, aan de kust, doorsneden door een rivier. Ook zouden we proberen om rond 1o uur klaar te zijn om te vertrekken. Brood en fruit was er nog. Dus alles zat mee. Na koffie, thee, douchen, opruimen en alle spullen bij elkaar zoeken konden we om 10 uur vertrekken.

Afgelopen nacht hebben we ook al profijt gehad van het chemisch toilet. Vanochtend vond ik hem terug met bril, een leesbril wel te verstaan. Je maakt wat mee.

 Op weg naar Bosa reden we grotendeels over een kustweg. Op meerdere plaatsen stonden auto’s geparkeerd bij mooie stranden. Over Bosa lezen we dat het niet zo toeristisch is, visvangst, de rivier is belangrijk, oud centrum, en handvaardigheid zijn keywoorden die genoemd worden. Na wat rondzoeken met TomTom, waar parkeer je in een stad die je nog niet kent? Vinden we een parkeerplaats bij de begraafplaats. Vlakbij het historisc centrum en bij de weg naar het kasteel.

In het oude centrum krijgen we een aardig idee over het stadje. O.a. de handvaardigheid. Een straat vol met oma’s aan het handwerken.

 

Na een heerlijk kopje koffie liepen we nog een tijdje door het centrum van Bosa. Vanaf de brug over de rivier maakte ik bijgaande foto. Linksboven het Castello van Bosa.

Aan de onderkant, bijna Utrechtse gracht, de aanlegplaats voor de vissersboten. In het midden één van de vele kerken van Bosa.
We liepen het centrum nogmaals door en vroegen toen naar de weg, voor voetgangers naar het Castello.

Uiteraard heeft Bosa ook meerdere pleintje met terrassen.
Vanuit het centrum liepen we tussen de huizen door naar boven naar het Castello. Van boven de huizengrens was het nog 2 haakse bochten en toen stonden we bij het toegangshek van het kasteel. Nog een flinke trap omhoog en we konden het ommuurde deel in. Wel tegen achterlating van € 4 pp. Van het kasteel was niet veel meerover, de ommuuring was gerestaureerd, wat restte was het uitzicht over de heuvels en over Bosa richting de zee. Best wel mooi eigenlijk.

Vanaf de ommuuring viel ons oog op een middeleeuwse toren aan de zeekant.  Een plek om te lunchen? We liepen terug naar beneden om de auto te halen, die mocht ook mee. Met de auto en met behulp van TomTom reden we naar de middeleeuwse toren. Bij de toren zelf was het deels militair terrein, vlakbij was een straat met allemaal restaurants. Nadat we de auto, betaald, hadden kunnen parkeren kozen we een restaurant uit. Met seafood starters een gebakken plak kaas en het verplichte brood ( deels harde crackers) en wat koels te drinken, vulden we onze magen.
Na nog even nagenoten te hebben vertrokken we via Bosa, voor nog een paar foto’s, terig naar Alghero.

In Alghero was het tijd om nog even naar de haven bij de oude stad te gaan. Dit om te informeren naar de boottochtjes naar de grotten van Neptunus, voor morgen.
Aansluitend gingen we een grote Conad in voor enkele boodschappen. Beladen met flessen water en ice tea fietsten we richting de camping terug. Bij een ‘friettent’ anex broodjeszaak kochten we een broodje worst met sla en een broodje hamburger met friet (beiden tussen het broodje). Deze werden op de camping genuttigd.

Na het douchen zochten we het bed op. Ondanks de krachtinspanningen van de baby van de buren, 9 maanden en er komen tandjes door, hebben we goed geslapen 

Dag 6, Alghero, strand en stad.

Dag 6, Alghero, strand en stad.

Ik schrijf dit op dag 7, gisteravond was er na een pizza met wijn weinig meer uit m’n duim te halen. Sommige details ben ik mogelijk vergeten, maar die vul ik later dan wel weer bij.

Op een redelijke tijd werden we wakker. Het riedeltje wordt ondertussen wel anders, ondermeer een half uur persoonlijke hygiene extra, met alle tubetjes en smeersels zou een dokter zich erg senang voelen.
Brood kon ik op de fiets bij de warme bakker halen, o.a. bruine panini’s. Wilma’s ontbijt keuze is fruit, ook dat kwam ik tegen, er waren enkele fruitstalletjes  onderweg terug van de bakker. Daar fruit een weids begrip is heb ik van alles maar 2 meegenomen.

Na uitgebreid van de ochtend genoten te hebben bij de caravan ging Wilma net voor 12en naar het strand, hier zo’n 75 meter vandaan (hemelsbreed maar 10 meter), en huurde ( zo gaat dat nu eenmaal in Italië) een parasol met 2 lichbedden.
Zo nu en dan heb ik ligbed 2 bezet. Een echt ligbed monster ben nu eenmaal niet. Met de ebookreader, zo nu en dan wat te drinken etc brachten we een aantal uren door. Onderwijl ondernam ik nog een poging tot zwemmen. Maar dit keer was de zee te verfrissend, vond ik. Daarnaast is de zee de eerste 200 meter zo’n 50 cm diep, dus onderdompelen zou nog een hele onderneming geworden zijn.

Verder bespraken we een beetje de planning, zoveel dagen in Alghero en zoveel dagen in de richting van Palau. Welke dingen kunnen en willen we hier bij Alghero doen etc.

Tegen vieren vertrokken we op de fiets naar de oude stad om daar eens wat rond te kunnen wandelen. De oude stad is niet al te klein, naast veel restaurants ook allerelei leuke winkels, veel kleding/mode, enkele toeristen winkels. Hieronder een paar foto’s van de oude stad.


 Een winkel mat allerlei grappige voorwerpen.

De stadswallen van Alghero, elk plekje strand wordt benut.


 Terras bij kerk, flanerende nonnen?

Nog een blik op de stadswallen van Alghero,  hierachter ook veel restaurants.

Na o.a. een ijsje vertrokken we naar de haven, om daar te informeren naar de boottochten naar de grotten. Een uitstapje voor later deze week.
Het was toch een vermoeiende dag, zo op het strand op een ligbed hangen, dus wilden we redelijk op tijd onder zeil. Na een pitsstop bij de Sisa, supermarkt, vertrokken we richting camping. Bij het restaurant van de camping kochten we 2 tonijn pizza’s. Op het terras bij de caravan, met electrische kaarsverlichting, en onder het genot van een glas rosé, ging dat erin als… pizza.

Net voor 10en, toch nog, gingen de lampen uit. 

Aanvulling: de Feeling heeft een losstaande chemische toilet aan boord. Gezien de afstand tot de toiletten op de camping was het het juiste moment om het toilet een vast plaatsje te geven in het deel van de caravan waar we normaal vertoeven. Let op de blog van dag 7, dit toilet heeft namelijk een bril!!!

Dag 5, Aankomst in Alghero

Dag 5, Aankomst in Alghero

Vandaag de dag om verder te reizen, en wel naar Alghero. De meeste spaanse stad op Sardinië.
Maar eerst opstaan en vertrekken vanuit Santa Lucia. Dat ging allemaal prima, na het standaard riedeltje.
Iets na 9 uur kon ik wegrijden. Ruim 200 km voor de boeg. Eerst min of meer terug naar Olbia. Goede 4-baans weg.
Vandaaruit richting Sassari, de 4-baans weg is hier nog in aanbouw. Daar de ‘oude’ weg ook door het bouwverkeer gebruikt wordt is de maximale snelheid officieel 50 km/uur. Gelukkig houdt niet iedereen zich hier aan.

Net 3 uur later reed ik de La Mariposa camping in/bij Alghero op. Ik mocht zelf een plaatsje uitzoeken, maar dat was een understatement. Echt plaatsen zijn er niet, en je camper/caravan is zo ongeveer je plek. Ben je op tijd, dan heb je keuze, anders take it or leave. Dit mechanisme kom je wel vaker tegen bij stadscampings. De mensen komen toch wel, aan het einde van de dag staat het vol.
Ik vond nog een mooi plekje, met strandzicht, tussen 2 campers. Tussen de caravan en het strand bevinden zich naast een hekwerk ook een rij bomen die de nodige schaduw bieden. Tezamen met het zeebriesje is het dan ook prima toeven.
Na verder ingeschreven te hebben had ik de tijd om de caravan op te ruimen, zodat er ook ruimte is voor ZKH Wilhelmina, laten we haar maar voor het gemak Wilma noemen. 

Ook was er tijd om de camping en het strand bij de camping even te bekijken. De eerste foto is genomen vanaf de camping, de tweede vanaf het strand naar de camping (zie de campers) toe. Links van de linker camper, achter de bomenrij, staat de Feeling.

 Na nog wat boodschappen gedaan te hebben was er nog tijd om verder op de bookreader te lezen.
Wilma’s jet zou om 19 uur arriveren, de reistijd naar het vliegveld bij Alghero is een krap half uur, dus zo net naar 18 uur was het wel tijd om de kant van het vliegveld op te gaan.
Na een cappuccino en wat geduld was het vliegtuig op tijd en kwam Wilma de aankomsthal binnen.
Met de auto weer terug naar de camping, even met kleren rommelen, halve toilettas overhoop en geruime tijd later konden we bepraten waar we  zouden gaan eten.
Het plan werd om voor Wilma een fiets te huren en van de camping naar de oude stad te fietsen. dus dat deden we ook.

De oude stad is giga leuk, oude straatjes, luxe en aparte winkels. Restaurants, wijwnbarren, ijswinkels etc.
En ook muziek en straatmuzikanten.


Na een flinke tijd rondgelopen te hebben kwamen we tot de conclusie dat ergens buiten op de stadsmuren eten, zonder reservering, een illusie zou zijn. Daar we best wel trek begonnen te krijgen lukte het ons uiteindelijk een tafeltje binnen in één van de restaurants te krijgen. We kozen beiden voor een tonijnsteak met mixed salade en gebakken aardappels. Wilma witte, ‘Alghero’  wijn, en ik een rosé.

Veel gekletst, ook over de komende dagen. De maaltijd werd afgesloten met een toetje met koffie. Heerlijk zo’n ‘kaassoufflé’ met honing.
Op de terugweg, dik na 10en, bleek dat de stad nog volop wakker was, straatverkopers, winkels open…
Met de fiets weer terug naar de camping. Naar bed, waarbij Wilma nog geruime tijd werd wakker gehouden door de muziek van een ‘house’ strandtent, terwijl ik bij het ruiken van m’n kussen vrij snel weg was.
Alleen een sanitaire stop, van beiden, brak de nacht in stukjes. 

Dag 4, Orosei en Cala Ginepro

Dag 4, Orosei en Cala Ginepro

Iets na zessen was ik weer bij de wakende. Na een klein uurtje lezen met radio was het tijd voor het standaard riedeltje: opstaan, bed opklappen, nachtspullen op het lijntje hangen, douchen, panini’s halen cappuccino maken en ontbijten.
En tussendoor verder lezen. Villa Toscane schiet al aardig op.

Na nog even op het strand gekeken te hebben begreep ik dat ook vandaag windsurfen in Santa Lucia geen optie werd. Daarom plan B. Plan B houdt in een strand zoeken waar enigszins gesnorkelt kan worden. Hiervoor lijkt het strand bij de camping ook niet echt ideaal.

Gister heb ik La Caletta een engelstalig boekje gekocht met informatie over heel veel stranden op Sardinië. Ook in het ANWB boekje worden een paar stranden genoemd. Op een 15 km van de camping zou een aardig strand te vinden zijn, Berchida en Biderossa. De laatste 3 km, van de provinciale weg af, was onverhard. Stoffig dus. Het strand zag er prima uit, groot parkeerterrein erbij (€ 9) en een paar, letterlijk, strandtentjes. Voor sanitair stonden er Dixies. Helaas ook hier niet echt ideaal voor snorkelen.

Daarom maar weet verder gereden. Eerst naar Orosei, moet toch een beetje cultuur snuiven op zo’n dag. Orosei, een klein stadje, heuvel in het centrum en uiteraard de ‘nodige’ kerken. Het valt me op dat dit soort stadjes, op Sardinië, een mix van oud en nieuwer is. In Toscane en op Corsica is het vaker vooral oud, middeleeuws of ouder.
Op de foto één van de kerkjes:

Hierboven nog een muurtekening, in dit deel van Sardinie zijn zo hier en daar nog politieke muurtekeningen uit de 20ste eeuw te vinden. Senso Unico, is dus niet ‘uniek uitzicht’, zoals ik ooit dacht, maar eenrichtingsweg 😉

Na een uurtje in Orosei rondgelopen te hebben besloot ik richting de camping nog even verder naar een geschikt strand te kijken. In het boekje leek het strand van Cala Ginepro me wel wat. Hier een verharde weg vanaf de provinciale weg en, na even zoeken, ook hier een parkeerplaats (€4) vlakbij het strand. Deze leek me wel wat, een redelijk stuk langzaam aflopend met minder heftige golven. Daar het alweer lunch/siesta tijd was besloot ik eerst terug te gaan naar de camping.

Zo en zo niet slim om op het midden van de dag in de zon te gaan vertoeven. Na lunch, een tukkie en wat gelees vertrok ik tegen 4en opnieuw naar Cala Ginepro. Vanwege het tijdstip, vermoed ik, was de parkeerwacht al vertrokken. Net als een aantal zonaanbidders. Voor mij was het prima, geen brandende zon en een relatief rustige en ondiepe zee. Het verbaasd me dat je zo dicht op het strand toch al vissen ziet. Grote groepen hele kleintjes en ook een groep best al grote kwamen in mijn vizier (snorkelmasker) voorbij zwemmen. Het water was ‘verfrissend’, maar soms moet je een offer maken, voor jezelf.

Na een dik uur vond ik het welletjes, op het strand nog even opdrogen en toen weer terug naar de camping. De auto zit ondertussen al aardig vol met zand…
Op de camping liep de klok al aardig richting etenstijd. Met wat verse pasta maakte ik de pastasaus van gister op. Dit keer maar niet teveel opgeschept.
Na het vaatje en alvast wat opgeruimd te hebben (morgen komt de koningin) trakteerde ik mezelf op een cappuccino bij de bar van het restaurant van de camping.

En toen was het alweer tijd voor de blog van vandaag. Met al dat strandzoeken was de variatie van de foto’s ver te zoeken. Vandaar hieronder dan maar een foto van gisteravond, de genuese toren van Santa Lucia. Morgenochtend vertrek ik naar Alghero, ruim 200 km hiervandaan, een stadje dat door zijn verleden een spaanse sfeer schijnt te hebben. WE gaan het meemaken, majesteit arriveert morgenavond. Dat scheelt dus, morgenavond niet koken. Tot morgen…

 

Dag 3, Santa Lucia

Dag 3, Santa Lucia

De ‘eerste’ hele vakantie dag. Uiteraard bijtijds wakker. Voorbereid dit keer, radio aan en de dinsdagvrouwen waren ondertussen interessanter geworden. Oja, boek “Te hooi en te gras” van Monica Peetz, op de bookreader.

Net na achten, gewassen en geschoren, stond ik bij de mini-market op de camping voor brood. Witte panini’s, helaas dus geen integrali (bruine). Na het ontbijt met capuccino ging ik richting het strand, om te kijken of de watersportclub open was.

 

Het idee was om m’n windsurflessen van 18 jaar geleden eens af te gaan stoffen. Helaas, om 9 uur, nog niemand aanwezig.
Volgens de website begonnen er allerlei lessen om 10 uur. Om kwart voor 10 nog eens gekeken. Nu waren er wel mensen aanwezig, echter voor windsurfen was de zee te ruw. Balen, kom ik naar Sardinië om te windsurfen, werkt de zee niet mee.

Dan maar wat anders bedenken. Boodschappen doen, in een groter dorpje. Op  zo’n 5 km ligt La Caletta, zeg maar het andere einde van het strand. Een redelijk voorziene buurtsuper was aanwezig. Voor vanavond en morgen word het Pasta.
Hier geen voorgesneden groentes, dus prei, uien, courgette, en wortels, naast vers gehakt en 2 pasta’s, integrali.

Terug op de camping, de klok loopt alweer tegen 12en, besluit ik tot een uur of 4-5 lekker niets te gaan doen. Nou ja, niets buiten het boek uit lezen en lunchen. Bij de supermarkt had ik ook nog een bruin broodje meegenomen.

Na de dinsdagvrouwen begon ik aan Villa Toscane van Linda van Rijn.
Zo rond vier uur ben ik een ijsje gaan eten in La Caletta. Veel meer was er ook niet te doen, het was behoorlijk warm, 30°C.
Op de camping terug was het tijd voor de groenten snijden en te gaan koken. Dit keer voor 2 dagen. Donderdagavond ga ik heerlijk uit eten in Alghero, en niet in m’n eentje. Daarover later, deze week, nog.
Bij de buurtsuper had ik ook een sardeense rosato (rose) meegenomen. E.e.a. smaakte prima, eigenlijk te goed, heb veel te veel gegeten, burp.


 
Na even uitgebuikt te hebben ben ik toch maar de afwas gaan doen. Dat ruimt uiteindelijk ook wat makkelijker op, schone vaat. M’n maag had wel wat langer willen uitbuiken. Het was een vaatje van niks, dus even later stond alles schoon weer terug op z’n plek.

Met wat lichte beweging, even fietsen naar Santa Lucia, probeerde ik het verbrandingsproces iets op te voeren.
In Santa Lucia was het rustig, ook bij de meeste restaurants. De paar restaurants gelijk aan zee hadden het wat drukker.
Het was ondertussen al donker geworden, op de één of andere manier denk je dan gelijk aan slapen, terwijl het net half 9 is. 

Daarom maar eens een koffie gaan drinken bij de bar op de camping. Daar werd ik ook niet direct wakkerder van. Dan maar m’n plicht doen voor vandaag. Had ik de blog voor dag 1 en 2 vanmiddag reeds bijgewerkt, dan is het nu tijd voor die van dag 3.

Bij deze…… 21:48, Camping Selema, Santa Lucia, welterusten! 

Dag 1 en 2, de harde feiten ;-)

Dag 1 en 2, de harde feiten 😉

Zondagochtend, 4:30 uur, 2 wekkers starten tegelijkertijd tegen elkaar in te ‘bleren’.  Zou het begin van een boek kunnen zijn, nietwaar. In dit geval dus hooguit het begin van deze blog. De ene wekker met Hilversum/Radio/NPO 3 en de ander met Maria Mena.
Gauw eruit, wekkers uit en onder de douche. De laatste spulletjes in een krat verzamelen, electriciteit van de caravan loskoppelen, dissel wegen (65 kg, ietsie teveel), caravan spiegels op de auto monteren, planten water geven, kijken wat ik nu weer vergeten ben ( kon niets vinden) en de caravan aankoppelen.
Iets over half zes kon ik wegrijden, kwart voor 6 reed ik de A2 op.
De route is al vrij bekend, opnieuw, zie de vakantie naar Corsica, naar Livorno. Dit keer net voor Livorno een overnachting op een camping. De boot naar Sardinië vertrek morgen, maandag 1 September, om 8 uur, gaarne 90 minuten vantevoren aanwezig zijn.

De rode lijn is inderdaad korter, via Verviers, Bitburg, Saarbrucken en dan via frankrijk (A35) langs Colmar, Mulhouse naar Basel.
Het was grauw weer, regelmatig regen, toch schoot het lekker op. 12 uur bij Basel en tegen 3 uur door de Gotthardtunnel heen. Wel even een half uurtje voor de Gotthardtunnel moeten kruipen, maar dat hoort er helaas bij.
Tegen 5en langs Milaan, daar 2 behoorlijke file’s gezien op de andere kant, verkeer van Venetië richting Milaan, en om 7 uur de bergen tussen Parma en La Spezia (italiaanse kust) over. In Italië was het gelukkig zonnig, dit laatste stukje, over de bergen, luidde de nacht in. Mooie zonsondergang vergezichten.
Om iets over half 9 reed ik de Camping, Lago le Tamerici, op. Het laatste stukje, de snelweg af, vlak voor Pisa, tot de camping was een beproeving. Vermoedelijk ooit al aangelegd door de Romeinen, en daarna nooit meer onderhouden. Alles wat nog op z’n plek lag, in de caravan, tot hier, verwisselde alsnog van plaats.
Kniesoor etc…. Ik was er, caravan startklaar gezet voor de volgende morgen, douchje etc en om 10 uur lag ik plat, zo ongeveer direct onder de aanvliegroute van het vliegveld van Pisa. Maar daar heb ik die nacht niets meer van gemerkt.

 

Alweer veel te vroeg werd ik wakker, het regende en flitste behoorlijk. Net na 5en rende ik met een paraplu, om de handdoek droog te houden, naar het douchegebouw. Tegen 6en reed ik weg. Over natte wegen reed ik binnendoor, zo’n 15 km, naar de ferryhaven van Livorno.
Daar was het druk, en ‘georganiseerde’ chaos. Meerdere ferry’s waren aangekomen. Er was dus een stroom van vertrekkende auto’s etc. Maar er stonden ook meerdere ferry’s klaar om te laden en dan te vertrekken. Even goed opletten dus, anders zit je op de verkeerde boot naar het verkeerde eiland.
Wat dat betreft was ik blij dat ik hier al eerder was geweest en redelijk in de gaten had waar op te letten. Dit keer dus met Moby Lines naar Olbia. Aangekomen bij het juiste opstelterrein kreeg ik al vrij snel, op vertoon van de email met streepjescode, de coderingssticker op m’n voorruit. De Polo met de Feeling was nu lading.
Dat het goed geregend had was goed te zien, veel grote plassen op het haventerrein, en vette wolken in de lucht.

 Na een korte wachperiode was onze rij ook aan de buurt om het schip op te rijden.Het werd druk aan boord, blijkbaar gaan er nog een hoop mensen naar Sardinië.
Iets voor 8en was iedereen blijkbaar aan boord en dus vertrokken we. Ook in de verblijfsruimten leek het wel een mierennest.
Al vrij snel waren allen zitplaatsen ingenomen. Soms gingen mensen gewoon op de stoelen en banken liggen. Ook de gangen en de trappenhuizen werden gebruikt om nog even verder te slapen. Zelf had ik een 2-persoons tafeltje met één stoel gevonden. Hier kon ik steeds terugkeren, als ik even bovendeks ofzo was geweest, de meeste mensen waren in gezelschap. Zo heeft ook een ‘nadeel’ soms zijn voordeel.

6 en een half uur op de boot, wat doe je dan??? Eten, krentenbollen met boter, drinken, bookreader lezen, rondhobbelen, wat foto’s maken, wegsoezen, nog weer even bovendeks rondhobbelen…. We zien Elba langskomen, Monto Cristo, Corsica… en dan eindelijk Sardinië.
Ook hier wegen de laatste loodjes het zwaarst. Maar dan eindelijk zijn we er.
Gekkenwerk in de trappenhuizen, om weer bij je auto te komen, en dan licht, de laaddeuren gaan open, opnieuw een mierennest van auto’s die allemaal de ferry en het haventerrein proberen te verlaten.
Tomtom weet niet dat er aan de aansluiting van de snelweg naar het zuiden wordt gewerkt. Dus vloek vloek vloek, extra rondje door het centrum van Olbia, en dan…. de snelweg. Waar al die mensen naar toe gaan weet ik niet, maar in iedergeval nauwelijks naar het zuiden.
Een redelijke snelweg, 4-baans, 80 km, maar dat is moeilijk vol te houden, als iedereen harder rijdt. Wel wat camera’s langs de weg, maar hopen dat het meevalt.
Vlak voor Santa Lucia wordt toch tijd om weer eens te gaan tanken,  iets wat je in Italië niet graag doet. € 1,72 per liter, tegen € 1,26 in frankrijk.

Tegen 4en rij ik camping Selema, bij Santa Lucia, op. Deze camping ligt vlakbij de zee, altijd hoorbaar. Bevindt zich in een dennenbos. Beetje chaotisch qua plaatsen. Niet echt gemarkeerde plaatsen. Het bos houdt het wel een  beetje koeler. De zee is ruig, flinke wind en flinke golven. Toch veel zwemmers.
Later rijd ik op de fiets, 500 meter, naar het dorpje. Apart, tussen de 100 en 200 huizen, kleurrijk en oud. Weinig winkels. Alimentari (buurtkruidenier), Tabacchi, toeristenwinkel en zo’n 20 restaurants, Pasta en Pizza’s.
Aan één kant de zee, met een gerestaureerde Genuese toren als trots, en aan de andere kant ingesloten door het bos. 
Geen doorgaande weg, beetje einde van de wereld gevoel.

 

 

Dag 1 en 2, vooraankondiging

Dag 1 en 2, vooraankondiging.

Alhoewel dag 1, de reis naar Livorno, al voorbij is en dag 2, van Livorno naar Santa Lucia op Sardinië, ondertussen ook al een heel eind onderweg is, zal de eerste blog morgen pas geplaatst worden.

De lange reis en een halve liter rode wijn, net op de camping, zijn hier debet aan. Ik zal het deze blog niet aandoennnnnn. 😉

Morgen dus de blog met een paar foto’s en de eerste impressie van Sardinië.

Ik zie dat in iedergeval één foto van de iPad al op de iPhone staat, dus bij deze:

 

En dat gaat al mis, foto staat nu hierboven, titel: Santa Lucia, ondergaande zon.
Vanmorgen, dinsdag, maar even aangepast.  Ook de foto, van iPhone, iets bijgewerkt.
Was zo vroeg wakker, dan ga je vanzelf ‘nuttige’ dingen doen. 

 

 

Aanloop

Nog even en dan ga ik op weg naar Sardinië. Weer via Italië, Livorno, en dan met de boot naar Olbia.

Wat Sardinië me gaat brengen? Warmer dan eind April Corsica, meer strand, snorkelen, windsurfen, geen franse taal, leuke stadjes, dorpen, slechte wegen?? Geen idee nog, maar ik denk dat ik inderdaad wat vaker aan het strand te vinden zal zijn, wat meer die ‘verfrissende’ zee.

Jaja, verfrissend noemen ze dat altijd in de folders. en alhoewel 25 graden aardig warm klinkt is het inderdaad verfrissend en dus gewoon koud voor je er doorheen bent. Maar de, wind die eventueel boven het water (de zee) waait, zal zeker aangenaam zijn.

Het idee is om eerst naar het noord-oosten te gaan, misschien kan ik m’n windsurflessen van bijna 20 jaar geleden eens op gaan halen. Het kan nog net, tot half September. Daarna richting Alghero, en verder de noord kust. Misschien nog een dagtochtje naar Bonifacio (Corsica).

De laatste week wil ik naar het zuiden, Cagliari en Sant’ Antioco en omgeving.

De snorkel en zwemvliezen zijn al gepakt, de camera ligt ook al klaar. Op de blog is de nieuwe categorie toegevoegd dus: ‘watch this space for more news to come”.